Klachten / adviezen

Vraag tips en hulp bij (aanhoudende) klachten

Klachten en adviezen

Hieronder staan een aantal klachten beschreven die kunnen voorkomen in de kraamperiode. Bij de klachten staan ook adviezen beschreven die je kunt gebruiken om klachten te voorkomen/te verlichten. Indien je klacht er niet tussen staat of je hebt aanvullende vragen neem dan contact op met ‘Puur verloskundigen’.

Daarnaast is er ook informatie te lezen over andere onderwerpen die belangrijk (kunnen) zijn na de bevalling, denk daarbij bijvoorbeeld aan  het herstel rondom bekken- en buikspieren. Voor informatie over herstel van je menstruele cyclus en anticonceptie verwijzen wij je naar de pagina anticonceptie.  

Aambeien, ook wel hemorroïden, zijn uitstulpingen van het slijmvlies aan de binnenkant van de darm, vlak voor de anus. Aambeien kunnen jeuken, een branderig/drukkend gevoel geven of (erge) pijnklachten veroorzaken. Aambeien kunnen soms zorgen voor verlies van een klein beetje bloed, slijm of ontlasting. Persen kan de klachten verergeren. Probeer daarom verstopping en harde ontlasting te voorkomen, zie hiervoor ook het kopje obstipatie. Tijdens de zwangerschap komen aambeien vaker voor. De groeiende baarmoeder zorgt voor een toenemende drukverhoging in de buikholte en tevens zorgen de hormonen (progesteron) van de zwangerschap voor verslapping van de wanden van bloedvaten. In de zwangerschap stroomt er meer bloed door je bloedvaten, dit veroorzaakt een hogere druk. Deze hogere druk kan aambeien veroorzaken.

Tips bij aambeien

  • Drink veel (ongeveer 2 liter per dag). 
  • Eet vezelrijk (zoals groente/ rauwkost, fruit, zemelen en volkoren producten).
  • Zorg voor voldoende lichaamsbeweging.
  • Ga bij aandrang direct naar het toilet en pers niet teveel mee tijdens de stoelgang.
  • Gebruik zacht of vochtig wc papier of een nat (koud)washandje ter verlichting van de klachten en voor het schoonmaken van de aambeien.
  • Een warm bad kan de pijn- en jeukklachten verminderen.
  • Bij uitwendige aambeien kun je deze voorzichtig proberen terug te drukken.
  • Vraag je verloskundige of huisarts om eventueel medicatie (bijvoorbeeld curanol) mogelijkheden.

Curanol bestellen
Puur verloskundigen kan curanol adviseren. Dit kan ook in de zwangerschap en tijdens de borstvoedingsperiode gebruikt worden. Mocht je dit nodig hebben kan je dit bij een lokale apotheek of drogist kopen. Bestellen kan ook via curanol.nl. Op deze manier kan het soms dezelfde dag al in huis zijn! Mocht je hier vragen over hebben dan kun je contact opnemen met ons.

Werking van curanol
Curanol zalf houdt de bloedvaten elastisch en bevordert de doorbloeding ter plaatse. De tabletten houden tevens de bloedvaten elastisch en deze in goede conditie.

Dosering curanol
Curanol tablet: 2 maal daags 1 tablet met water innemen. 1 maal voor het ontbijt en 1 maal voor het slapen gaan innemen.
Curanol zalf: meerdere malen per dag dun aanbrengen en licht in masseren.

De bekkenbodem heeft door de verslapping tijdens de zwangerschap en de rek tijdens de bevalling drie tot zes maanden nodig om te herstellen. De situatie van voor de zwangerschap wordt echter nooit meer geheel bereikt. De eerste maanden na de bevalling kan daardoor urineverlies ontstaan. Indien je merkt dat het bekken/de bekkenbodem niet (voldoende) herstelt of er geen vooruitgang in het herstel is, neem dan contact op met een bekkenbodem fysiotherapeut. Wij adviseren iedereen die bevallen is 6 weken na de bevalling een afspraak in te plannen bij een bekkenfysiotherapeute. Zij kan jou gerichte informatie en adviezen geven. Als je bewust bent van je herstel en wat daar voor nodig is, nemen de klachten van incontinentie- en verzakkingsklachten in latere leeftijd af. De app "BekkenBodem" willen wij je niet onthouden als tip. 

In de kraamperiode heeft iedere kraamvrouw bloedverlies. Op de plek waar de placenta heeft gezeten in de baarmoeder is een wond ontstaan waaruit bloed vloeit. Door samentrekkingen van de baarmoeder wordt dit wondoppervlak kleiner. De eerste dagen heeft het bloedverlies een helder rode kleur, daarna verandert de kleur over het algemeen naar bruin. In de periode van 6-8 weken na de bevalling kan er gevarieerd bloedverlies optreden, maar moet het over het algemeen afnemen. Je kan meer bloedverlies of weer helderrood bloedverlies krijgen bij meer fysieke inspanning. Tot ongeveer 6-8 weken na de bevalling kan er (bloederige) afscheiding zijn. Indien je twijfelt over de hoeveelheid bloedverlies (teveel) of je hebt vragen over welk bloedverlies normaal is neem dan contact op met ‘Puur verloskundigen’.
Je cyclus komt weer opgang. Wanneer de eerste menstruatie plaats zal vinden kan niet van te voren gezegd worden. Bij borstvoeding kan dit zelfs uitblijven. Ongeveer twee weken voor je eerste menstruatie vindt de eisprong plaats; het moment dat je weer zwanger kan worden. Het is verstandig om al tijdig na te denken over een anticonceptiemiddel.

Glucose, ook wel bekend als bloedsuiker, is de belangrijkste energiebron voor het lichaam. Voor pasgeborenen is een stabiele bloedsuikerspiegel van vitaal belang, omdat het hun groeiende organen en hersenen van de nodige energie voorziet. 

Het advies is om bloedsuiker waarde bij baby's te controleren indien hij/zij:

  • te vroeg geboren is (met een zwangerschapsduur minder dan 37 weken)
  • een laag geboortegewicht voor de zwangerschapsduur;
  • een moeder heeft met suikerziekte, waarvoor de moeder medicijnen heeft gebruikt;
  • ziek is. 

Meer informatie hierover lees je in de cliënteninformatiebrief van de KNOV. 

De buikwand is de eerste tijd na de bevalling slap door het uitrekken van de baarmoeder tijdens de zwangerschap. Om ruimte te creëren voor de groei van de baarmoeder gaan de rechte buikspieren in de zwangerschap uit elkaar staan. Na de bevalling groeien deze spieren in de meeste gevallen weer naar elkaar toe. Zolang de rechte buikspieren nog niet naar elkaar toe gegroeid zijn, spreekt men van ‘diastase’. Om blijvende diastase te voorkomen, wordt in ieder geval geadviseerd de rechte buikspieren niet te trainen in de eerste zes weken na de bevalling, schuine buikspieren mogen in die tijd wel getraind worden. De verloskundige kan indien gewenst tijdens de nacontrole controleren of er nog sprake is van diastase en daarbij een advies geven over het trainen van de rechte buikspieren. Heb je een afspraak bij de bekkenfysiotherapeute ingepland zoals ons advies luid, dan kan zij dit ook controleren. 

De lever van een pasgeborene heeft een belangrijke functie, namelijk de bilirubinestofwisseling. Dit is de omzetting van glycogeen in glucose (vorming van suikers uit verschillende stoffen). De lever functioneert de eerste paar dagen nog niet optimaal. Dit kan ervoor zorgen dat de huid van de pasgeborene geel verkleurd. De meeste pasgeborenen kleuren een aantal dagen na de bevalling wat geel (ongeveer 8 van de 10). De kraamverzorgster houdt in de eerste dagen na de geboorte in de gaten of deze kleur acceptabel is of niet. Indien jullie kind te geel ziet, neemt zij contact op met ons. Indien de verloskundige de kleur te geel vind of hieraan twijfelt, kunnen we bloed af (laten) nemen en controleren of je kind daar last van heeft of kan krijgen. Indien dit het geval is, zullen wij je kind verwijzen naar het ziekenhuis. Daar zal er, door middel van een speciale lamp of deken, voor gezorgd worden dat de gele kleur bij je kind verminderd. Zodra de waarden van de bilirubine voldoende gedaald is, mag het kindje weer naar huis.

Iedere pasgeborene verliest in de eerste dagen na de geboorte gewicht. De normale gewichtsdaling is een gevolg van beperkte calorie-inname (bijvoorbeeld doordat de borstvoeding nog op gang moet komen), het verlies van ontlasting, vochtverlies in de vorm van urine, het ademen en verdamping. Gemiddeld verliezen pasgeborenen 5-7% van hun geboortegewicht. Het dalen van het geboortegewicht kan over het algemeen tot de vijfde dag na de bevalling aanhouden, in de meeste gevallen groeit het kind daarna weer. De kraamverzorgster zal een aantal keer in de kraamweek je kindje wegen om dit gewichtsverlies in de gaten te houden. Wanneer het kindje meer dan 7% afvalt, kan bijvoeding nodig zijn, dit wordt altijd gestart in overleg met elkaar. Na 10-14 dagen hebben de meeste kinderen hun geboortegewicht weer bereikt. Gemiddeld groeien baby’s 150-200 gram per week.

Veel vrouwen hebben een maand of twee na de bevalling last van haaruitval. Dit wordt veroorzaakt door het dalende zwangerschapshormoon oestrogeen. Behandeling is niet nodig. Na zes tot twaalf maanden is over het algemeen de hoeveelheid haar weer genormaliseerd.

Na de bevalling kan er een ruptuur (scheur) ontstaan in de vaginawand, schaamlippen of het perineum (stukje huid tussen vagina en anus). Er kan bij een medische reden ook een knip gezet worden. De verloskundige controleert na de bevalling of dit gehecht moet worden. Indien je hechtingen hebt gekregen worden deze dagelijks gecontroleerd door de kraamverzorgster. Zij beoordeelt of de wond goed geneest en controleert of er geen infectie aan de wond ontstaat. Hechtingen kunnen in sommige gevallen pijnklachten veroorzaken. Tips hiervoor staan hieronder beschreven. In enkele gevallen raakt de wond geïnfecteerd, hij is dan rood, gezwollen en er kan pus uitkomen. Neem in dit geval altijd contact op met ‘Puur verloskundigen’.
Afgezien van de pijn de eerste dagen na de bevalling kunnen hechtingen gedurende langere tijd ongemak veroorzaken. Van de vrouwen waarbij er letsel is opgetreden aan het perineum heeft 25% na tien dagen nog steeds klachten van betekenis en bij 8% is dat na drie maanden nog het geval. Indien je vragen hebt over het herstel van het perineum kun je contact opnemen met ‘Puur verloskundigen’.

Tips bij pijnklachten aan hechtingen:

  • Water- of zoutbad, koude kompressen, warmte en kruidentoepassingen (homeopathie) kunnen verlichting geven.
  • Laat de wond gedurende de dag een aantal keer aan de lucht drogen. Indien je in bed ligt is dit gemakkelijk door met blote billen in bed te gaan liggen. Lucht zorgt ervoor dat de wond sneller kan genezen ten opzichte van maandverband tegen de wond.
  • De verloskundige kan, indien de wond goed geneest, soms de hechtingen verwijderen vanaf de zesde dag na de bevalling. Dit kan alleen bij uitwendige hechtingen of als er een knoopje zichtbaar is. Dit is afhankelijk van de manier van hechten.
  • Paracetamol mag gebruikt worden voor verlichting van de pijn, overleg met de verloskundige over de dosering.
  • Aryana tinctuur: homeopathisch middel via de verloskundige te verkrijgen. Het stimuleert de genezing, houdt de wond schoon en zorgt voor een pijnstillend effect.

Hielprik
De pasgeborene wordt tussen de vierde en zevende dag na de geboorte gescreend op ernstige aandoeningen door middel van de hielprik. Het bloed van de hielprik wordt gecontroleerd op meerdere ernstige ziektes. Er wordt onder andere gecontroleerd op een ziekte van de schildklier, een ziekte van de bijnier, erfelijke bloedarmoede (sikkelcelziekte en thalassemie), een ziekte van de longen (taaislijmziekte) en een aantal stofwisselingsziektes. De meeste van deze ziektes zijn erfelijk en komen niet vaak voor.  Indien je meer informatie wil over de hielprik, kijk dan op de website van het RIVM.

De verloskundige zal ook voorlichting geven over de hielprik tijdens het spreekuur of digitaal door middel van een informatieve puur film. De uitslag van de hielprik duurt maximaal vier weken. Indien er iets gevonden is of het onderzoek niet voldoende is uitgevoerd krijg je bericht van de huisarts. Vanaf 1 maart 2020 worden ouders altijd geïnformeerd over de uitslag van de hielprik. Ook als de uitslag goed is.

Gehoortest
De gehoortest wordt uitgevoerd in de kraamweek. Door deze screening worden kinderen met een meer dan gemiddeld gehoorverlies (40dB) opgespoord. Voldoende gehoor is noodzakelijk voor een normale taal- en spraakontwikkeling. In de meeste gevallen is de uitslag van de gehoortest meteen beschikbaar. Soms is het echter niet mogelijk om de gehoortest uit te voeren, door bijvoorbeeld water of huidsmeer in het oortje. In dit geval zal de medewerker van de jeugdgezondheidszorg een nieuwe afspraak maken om de gehoortest te herhalen.

Maar hoe gaat de gehoortest nu eigenlijk? En waarom wordt deze test aangeboden? Bekijk alhier de uitleg in tekst of middels film
 

Algemeen
Beide onderzoeken worden over het algemeen uitgevoerd door een medewerker van de jeugdgezondheidszorg. De kraamverzorgster houd in de kraamweek in de gaten of deze test ook daadwerkelijk uitgevoerd wordt. Indien je kind een aantal dagen in het ziekenhuis moet verblijven na de bevalling kan de hielprik ook uitgevoerd worden in het ziekenhuis. De gehoortest wordt wel altijd gedaan door een medewerker van de jeugdgezondheidszorg. Indien een baby langer in het ziekenhuis ligt, dan kan deze test na thuiskomst verricht worden.

Koortslip en een baby? Oppassen geblazen
Een koortslip kan levensbedreigend zijn voor een baby. In een zwangerschap kan een koortslip bij de zwangere vrouw of naasten geen schade veroorzaken bij de ongeboren baby. Na de geboorte kan dit wel. Het is daarom van belang te weten wat een koortslip is en waar je op kunt letten.

Wat is een koortslip?
Een koortslip is een infectie van de huid. In de meeste gevallen verschijnt een koortslip op of rond de lippen. Deze infectie wordt veroorzaakt door een herpes virus (herpes simplex virus type 1). In eerste instantie ontstaat er jeuk en/of een branderig gevoel, waarna de huid op het plekje opzwelt. Er ontstaan kleine blaasjes. Na een aantal dagen drogen de blaasjes in tot korstjes. Na een (ruime) week is de koortslip meestal weer genezen.
Eenmaal een koortslip gehad, dan blijft het herpes virus in je lichaam aanwezig. Een koortslip kan hierdoor met enige regelmaat terug komen. Dit komt vaak voor bij een daling van de weerstand, bij koorts en bij blootstelling aan de zon.

Hoe vindt besmetting plaats?
Het herpes virus is aanwezig in het vocht van de blaasjes op of rond de lippen en in verse korstjes. Door contact met het besmettelijke vocht kan iemand het virus overdragen. Dit kan door direct contact zoals zoenen/ knuffelen of bijvoorbeeld via de handen. Een indirecte manier kan ook besmetting veroorzaken; door een kopje waar iemand met een koortslip van heeft gedronken. Een koortslip is zeer besmettelijk. De besmettelijke fase is voorbij wanneer de blaasjes en de korstjes verdwenen zijn.

Gevaarlijk voor baby’s?
Een koortslip is in principe niet gevaarlijk voor degene die de koortslip heeft. Voor een baby (tot ongeveer 4-12 weken oud) is deze infectie wel gevaarlijk, in sommige gevallen zelfs dodelijk. Een baby heeft een nog niet optimaal ontwikkeld afweersysteem. Het is mogelijk dat een baby door het herpes virus een hersenvliesontsteking of een ontsteking van het hersenweefsel oploopt. Hieraan kan een baby overlijden of op latere leeftijd restverschijnselen aan overhouden zoals epilepsie.

Koortslip voorkomen?
Om de kans op een her infectie te verkleinen kun je het beste ervoor zorgen dat je weerstand zo goed mogelijk is/blijft. Gebruik daarnaast een goed beschermend zonnebrandmiddel voor de zon. Denk aan hygiëne; was je handen regelmatig! Voel je koortslip al opkomen? Zorg er dan voor dat deze zo snel mogelijk indroogt. Er bestaan meerdere medicamenteuze producten die je kunt gebruiken zodra je een koortslip voelt opkomen of hebt. Vraag hiernaar bij de drogist of apotheek. Plak het blaasje af waar nodig.

Besmetting voorkoming?
Om te voorkomen dat je anderen besmet als een koortslip opkomt/aanwezig is, is het belangrijk om goed op hygiëne te letten en geef anderen geen kus. Om besmetting naar een pasgeboren baby te voorkomen is het verstandig om niet in aanraking te komen met de baby. Heb je een kraamvisite gepland? Bel deze dan af om te verzetten. Is het je eigen kind of is er geen mogelijkheid om contact te vermijden zorg er dan voor dat je de baby niet knuffelt in de buurt van je gezicht en niet zoent. Was je handen voor iedere verschoningsbeurt om besmetting via handen te voorkomen. Je kan eventueel gebruik maken van een mondkapje of een speciaal pleistertje op je lip.

Borstvoeding?
Heb je een pasgeboren baby en geef je borstvoeding? Dat is geen probleem. Je kunt gewoon doorgaan met de borstvoeding maar let ook hierbij extra goed op de hygiëne

Het tongriempje is een smalle weefselplooi tussen de tong en de mondbodem. Je kunt je eigen tongriem in de spiegel zien als je met open mond de tong omhoog krult. Als het tongriempje te kort is of te ver naar voren doorloopt, kan je kind zijn/haar tong niet ver genoeg uitsteken en bewegen. Hierdoor kunnen men name problemen ontstaat tijdens de voeding. Een (te) korte tongriem komt bij pasgeborene vrij regelmatig voor (3-13%). In 44-50% van de gevallen blijkt het erfelijk te zijn.
Een (te) korte tongriem verdwijnt meestal vanzelf. Bij vier van de vijf mensen scheurt het spontaan, doordat een vork of lepel per ongeluk onder de tong terechtkomt of door een ander hard voorwerp waarmee men in de mond zit.

Is er bij je kind een korte tongriem geconstateerd, lees dan hier de folder voor meer informatie. Daarnaast geeft Mirte van Lonkhuizen in een filmpje duidelijke uitleg over borstvoeding en de concorde houding. 

Tot ongeveer 6-8 weken na de bevalling kan er (bloederige) afscheiding zijn. Indien je twijfelt over de hoeveelheid bloedverlies (teveel) of je hebt vragen over welk bloedverlies normaal is neem dan contact op met ‘Puur verloskundigen’. Je cyclus komt vanzelf weer opgang. Wanneer de eerste menstruatie plaats zal vinden kan niet van te voren gezegd worden. Bij borstvoeding kan dit uitblijven. Ongeveer twee weken voor je eerste menstruatie vind de eisprong plaats; het moment dat je weer zwanger kan worden. Het is verstandig om al tijdig na te denken over een anticonceptiemiddel.
Bij het laatste bezoek in de kraamperiode en tijdens de nacontrole zal de verloskundige de verschillende opties qua anticonceptiemiddelen met je bespreken. Op de spreekuurlocaties te Schagen en Anna Paulowna hebben wij voorbeelden (dummy’s) van verschillende anticonceptiemiddelen. Deze voorbeelden kunnen wij gebruiken bij onze voorlichting tijdens de nacontrole. Wil je de voorlichting of het voorlichtingsmateriaal eerder zien vraag hier dan naar bij de verloskundigen. Meer informatie over anticonceptie kun je hier vinden.

Na het doorknippen van de navelstreng blijft er nog een klein gedeelte aan de navel zitten, dit wordt het navelstompje genoemd. Deze navelstomp zal indrogen en afvallen. Extra verzorging is niet nodig. Behandeling met alcohol heeft geen meerwaarde. De kraamverzorgster zal de navelstomp in de eerste dagen in de gaten houden en advies geven hoe deze te verzorgen. In de meeste gevallen valt het navelstompje vanzelf af tussen de vijfde en veertiende dag na de bevalling. Na het afvallen van de navelstreng kan het naveltje wat vocht en bloed afscheiden. Dit geneest vanzelf.

 

Na de bevalling is de hoogte van de baarmoeder tot net onder de navel. Mede door de snelle daling van de zwangerschapshormonen oestrogeen en progesteron zakt de baarmoeder uiteindelijk weer naar de oude positie. In de kraamperiode wordt dit gecontroleerd door de kraamverzorgster en aangeduid in aantal vingers onder de navel. De baarmoeder kan zakken door samen te trekken. Je kunt dit voelen als ‘naweeën’, die vaak tijdens de borstvoeding optreden. Na vier tot vijf dagen neemt de intensiteit van de naweeën af. Soms zijn de samentrekkingen van de baarmoeder zo heftig dat pijnstilling gewenst is. Het advies is om dan paracetamol te gebruiken. Paracetamol kan ook gebruikt worden tijdens het geven van borstvoeding.

Obstipatie komt direct na de bevalling nog vaker voor dan tijdens de zwangerschap. Dit wordt veroorzaakt door minder lichaamsbeweging, trager werkende darmen onder invloed van zwangerschapshormonen en pijn door bijvoorbeeld hechtingen of een bloeduitstorting. De ontlasting heeft over het algemeen een aantal dagen nodig om op gang te komen en in de meeste gevallen is er geen behandeling nodig tegen de obstipatie. Hieronder staan een aantal tips beschreven om obstipatie te voorkomen/te verhelpen.

Tips bij obstipatie:

  • Zorg dat je vezelrijk eet (zoals rauwe groenten, veel fruit, roggebrood/volkoren producten, peulvruchten en noten)
  • Zorg dat je veel vocht binnen krijgt (adv: minimaal 2 liter drinken)
  • Zorg ervoor dat je naar het toilet gaat als je aandrang voelt. Door ontlasting kan er geen schade aan het perineum ontstaan.
  • Indien bovenstaande tips niet voldoende helpen kun je contact opnemen met ‘Puur verloskundigen’ om de mogelijkheden voor laxerende middelen te bespreken.

Het krijgen van een kind kan zorgen voor vele verschillende emoties bij zowel de moeder als vader. Over het algemeen ervaren de nieuw geboren ouders een periode van groot geluk in de eerste dagen. Daarna kan ook verdriet en ongelukkig gevoel ontstaan. Dit wordt veroorzaakt door de vele veranderingen in korte tijd; het einde van de zwangerschap en/of bevalling kunnen stressvol zijn geweest, het lichaam ondergaat in korte tijd vele veranderingen, er is tijd nodig om aan de baby te wennen en een emotionele band te krijgen, de nachtrust is verstoord en de verzorging brengt vele extra en nieuwe taken met zich mee. De meest voorkomende stemmingsstoornis zijn de kraamtranen, dit komt voor bij 50-70% van alle kraamvrouwen. Ze kunnen tot de ‘normale’ verschijnselen in de kraamperiode worden gerekend. Meestal ontstaan deze kraamtranen in de eerste week na de bevalling, duren een dag tot een aantal dagen en verdwijnen spontaan. De kraamtranen uitten zich in huilbuien, bezorgdheid, angstig zijn en gespannenheid. Er is geen medicatie nodig, voldoende rust en begrip is vaak voldoende. Het kan maanden duren voordat vrouwen zich emotioneel hersteld en minder labiel voelen. Als je merkt dat er depressieve gevoelens ontstaan en er geen herstel optreed neem dat contact op met ‘Puur verloskundigen’ of de huisarts. Voor een lijst van symptomen van depressie kun je hier terecht. In de folder “Waar is de roze wolk” en de folder “Tips voor naasten” van van het trimbos instituut is ook veel goede informatie beschikbaar.

Een infectie veroorzaakt door candida albicans (zie ook zwangerschapsklachten candida infectie) is bij je kind te herkennen aan een wit, glanzend beslag op de tong en op de slijmvliezen in de mond (spruw). Dit beslag is zowel voor als na een voeding aanwezig. Met een steriel gaasje is dit niet, zoals melk, weg te vegen. Het aanleggen en drinken aan de borst kan daardoor pijnlijk zijn. Frequent loslaten aan de borst, slecht doordrinken of een smakkend geluid, kunnen het gevolg zijn. Een candida infectie kan ook winderigheid of luieruitslag bij je kind veroorzaken. Zelf heb je vaak weinig klachten. Sommige vrouwen hebben last van jeuk of brandende pijn aan de tepels. Je tepels kunnen er diep roze en glanzend uitzien en soms wat schilferen. Indien je deze klachten hebt of twijfelt over spruw neem dan contact op met ‘Puur verloskundigen’ of je huisarts.

Er bestaan twee soorten stuwing; bloedstuwing en melkstuwing. Bloedstuwing ontstaat over het algemeen op de derde of vierde dag na de bevalling. De borsten zijn beiderzijds gezwollen en pijnlijk. In sommige gevallen gaat dit gepaard met lichte temperatuursverhoging, tot net boven 38ºC. Later in de kraamperiode kan melkstuwing ontstaan, die over het algemeen niet met verhoging gepaard gaat.
Tips bij stuwing:

  • Goed aanleggen.
  • Afwisselen van houdingen tijdens het voeden.
  • Op verzoek en ‘s nachts voeden.
  • Warme kompressen voor de voeding en koude kompressen na de voeding gebruiken.
  • Borsten masseren om ze soepeler te maken.
  • Tijdens het voeden kunnen de gestuwde melkklieren eventueel zachtjes (leeg) gemasseerd worden in de richting van de tepel.
  • Koolbladeren op de borsten tussen de voedingen door
  • Een goed passende bh kan steun bieden.

Ook vrouwen die gekozen hebben om kunstvoeding te geven kunnen last krijgen van stuwing. Daarbij is het belangrijk dat je een stevige bh aantrekt na de bevalling om de stuwing in te perken, het advies is om deze ook ‘s nachts te dragen. Tijdens het douchen, wordt geadviseerd de borsten niet onder de warme straal te houden. Eventueel koolbladeren gebruiken en koelen om de stuwing te voorkomen/te verlichten.

Indien er rode plekken op je borsten ontstaan en/of je koorts hebt boven de 38,5ºC neem dan contact op met ‘Puur verloskundigen’.

Borstvoeding mag en kan pijnlijk zijn in de eerste periode na het aanleggen, bij aanhoudende pijn is het verstandig om opnieuw aan te leggen. Als je kind verkeerd aangelegd wordt en blijft drinken, kunnen tepelkloven of pijnlijke tepels ontstaan. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat je tepelhof (het gebied rondom je tepel) niet ver genoeg in de mond is gebracht. Tepelkloven kunnen bloeden waardoor bloed ingeslikt kan worden, dit kan geen kwaad. Soms spuugt een kindje vlak na de voeding een beetje melk terug, het is dan mogelijk dat dit een bruine of rode kleur heeft door de bloeding van de tepel. Een enkele maal kan je kind er wat misselijk van worden of kan de ontlasting wat zwart zien.

Tips bij tepelkloven

  • Leg je kind in de juiste houding aan, hierbij kan de kraamverzorgster goede tips geven.
  • Probeer de houdingen tijdens het voeden af te wisselen.
  • Ter verlichting van de kloven kan eventueel puralan of bepanthen gebruikt worden. Druppels borstvoeding uitsmeren over de kloven kan ook.
  • Tepelhoedjes voorkomen tepelkloven niet.
  • Maak de borsten alleen schoon met water, zeep of alcohol kunnen de klachten verergeren.

De normale temperatuur van een pasgeborene ligt tussen de 36,5ºC en 37,5ºC. Pasgeborene kunnen snel afkoelen, voornamelijk doordat het lichaamsoppervlak twee- tot driemaal groter is dan de lichaamsinhoud. Omdat het hoofd van een pasgeborene in verhouding tot de rest van het lichaam groot is, wordt aangeraden om een muts op te zetten gedurende de eerste dagen. De pasgeborene verliest namelijk ongeveer 20% van de lichaamswarmte via de hoofdhuid. De kraamverzorgster kan advies geven wanneer de muts niet meer nodig is. De kraamverzorgster geeft in de kraamweek tips die ervoor kunnen zorgen dat de lichaamstemperatuur van je kind optimaal blijft. Indien de temperatuur onder de 36,5ºC of boven de 37,5ºC is neem dan contact op met de verloskundigenpraktijk via het mobiele telefoon nummer 06-30 345 346.

Doordat de bekkenbodem na de bevalling moet herstellen kan er stressincontinentie (ongewild urineverlies) ontstaan. Het oefenen van de bekkenbodemspieren helpt de bekkenbodem te verstevigen en de incontinentieklachten te verminderen. Kijk voor meer informatie over bekkenbodemspieren op de verloskundige of op bekkenbodem online.

Vitamine K is een vet-oplosbare vitamine. Deze vitamine is nodig voor een goede bloedstolling en mogelijk ook voor de aanmaak van botten. Vitamine K wordt bij een volwassen persoon opgeslagen in de lever en geproduceerd in de darmen. Pasgeborenen hebben echter geen vitamine K opslag in de lever en de darmen zijn nog onvoldoende rijp om vitamine K te produceren. Een tekort aan vitamine K kan bloedingen bij de pasgeborene veroorzaken.
Om deze bloedingen te voorkomen wordt geadviseerd iedere pasgeborene 1mg vitamine K te geven vlak na de geboorte. Borst gevoede kinderen krijgen vanaf de 8e dag na de bevalling tot en met drie maanden 150ųg vitamine K per dag. Flesvoeding bevat voldoende vitamine K waardoor fles gevoede kinderen geen extra vitamine K nodig hebben. Indien je een combinatie van borst en kunstvoeding geeft, is het aan te raden om wel vitamine K toe te dienen zolang je kind minder dan 500 ml kunstvoeding krijgt. De verloskundige zal na de bevalling vragen of het geven van vitamine K gewenst is. De kraamzorg geeft uitleg over hoe de vitamine K te geven vanaf de 8e dag.

'Een probleem is alleen een probleem als je gelooft dat er geen oplossing is.'